ondienstbaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·dienst·baar
Woordherkomst en -opbouw
- antoniem van dienstbaar met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ondienstbaar | ondienstbaarder | ondienstbaarst |
verbogen | ondienstbare | ondienstbaardere | ondienstbaarste |
partitief | ondienstbaars | ondienstbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ondienstbaar [1]
- een (ondergeschikte) dienst niet doende
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'ondienstbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.