onderschrijft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·schrijft

Werkwoord

vervoeging van
onderschrijven

onderschrijft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderschrijven
    • Jij onderschrijft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderschrijven
    • Hij onderschrijft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van onderschrijven
    • Onderschrijft!