omwerkte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·werk·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omwerken |
omwerkte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omwerken
- ... dat ik omwerkte.
- ... dat jij omwerkte.
- ... dat hij, zij, het omwerkte.
- ... dat ik omwerkte.