omwendden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·wend·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omwenden |
omwendden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van omwenden
- ...dat wij omwendden.
- ...dat jullie omwendden.
- ...dat zij omwendden.
- ...dat wij omwendden.
Gangbaarheid
- Het woord omwendden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.