omwast

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·wast

Werkwoord

vervoeging van
omwassen

omwast

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwassen
    • ... dat jij omwast. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omwassen
    • ... dat hij omwast.