omtuin

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·tuin

Werkwoord

vervoeging van
omtuinen

omtuin

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omtuinen
    • Ik omtuin. 
  2. gebiedende wijs van omtuinen
    • Omtuin! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omtuinen
    • Omtuin je? 

Gangbaarheid