omkrulden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·krul·den

Werkwoord

vervoeging van
omkrullen

omkrulden

  1. meervoud verleden tijd van omkrullen
    • Wij omkrulden. 
    • Jullie omkrulden. 
    • Zij omkrulden. 
Verwante begrippen
vervoeging van
omkrullen

omkrulden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van omkrullen
    • ...dat wij omkrulden. 
    • ...dat jullie omkrulden. 
    • ...dat zij omkrulden.