omkrullen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·krul·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van om en krullen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omkrullen |
krulde om |
omgekruld |
zwak -d | volledig | [1], [2][1] |
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omkrullen |
omkrulde |
omkruld |
zwak -d | volledig | [3][2] |
Werkwoord
omkrullen
- onovergankelijk aan de buitenkant wat naar binnen buigen, een wat opgerolde vorm aannemen, een krul vormen
- omkrullen als een dor blaadje [3]
- overgankelijk aan de buitenkant naar binnen verbuigen, enigszins oprollen, een krulvorm geven
- (...) plakjes bladerdeeg in een vierkant aan elkaar drukken en de rand omkrullen (...) [4]
- overgankelijk rond iets of iemand de vorm van een of meer spiralen aannemen, met krullen omringen
- Gitzwarte haren omkrullen haar beeldschoon gelaat. [5]
Schrijfwijzen
- omkrollen (verouderd)
-
1. "omkrullen als een dor blaadje"
-
2. "de rand van een pizza omkrullen"
-
3. "haren omkrullen haar gelaat"
Gangbaarheid
- Het woord omkrullen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omkrullen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Huizinga, J."brief aan Menno ter Braak" (1 augustus 1935) op site dbnl.nl; geraadpleegd 2015-05-20
- ↑ Joj AnnekePizza met pruimen en tomaat (8 februari 2009) op site ah.nl;geraadpleegd 2015-05-20
- ↑ Mulder, H."Sterke Sus" in: De Poperinghenaar (25 juni 1933); p. 15, kol. 4;geraadpleegd 2015-05-20
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %