omgezeten
Uiterlijk
- om·ge·ze·ten
- vervoeging van omzitten: voltooid deelwoord en een klinkerwisseling i-e (IPAː /ɪ/ - /e/) (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van om bw en gezeten ww
vervoeging van: | omzitten… |
verbogen vorm: | omgezetene |
omgezeten
- voltooid deelwoord van omzitten
- Het woord omgezeten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.