Naar inhoud springen

omga

Uit WikiWoordenboek
  • om·ga
vervoeging van
omgaan

omga

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omgaan
    • ... dat ik omga. 
vervoeging van
omgaan

omga

  1. (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van omgaan
    • ... dat men omga. 
vervoeging van
omgaan

omga

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omgaan
    • Ik omga. 
  2. gebiedende wijs van omgaan
    • Omga! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omgaan
    • Omga je? 


  • om·ga
Naar frequentie 36415

omga

  1. verleden tijd van omgi