omdrijft
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·drijft
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omdrijven |
omdrijft
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omdrijven
- ... dat jij omdrijft.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omdrijven
- ... dat hij omdrijft.
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omdrijven
- Jij omdrijft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omdrijven
- Hij omdrijft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omdrijven
- Omdrijft!
Gangbaarheid
- Het woord 'omdrijft' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.