omdraai
Uiterlijk
- om·draai
vervoeging van |
---|
omdraaien |
omdraai
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omdraaien
- ... dat ik omdraai.
- Het woord omdraai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omdraai" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be