obsessioneel

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ob·ses·si·o·neel
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen obsessioneel obsessioneler obsessioneelst
verbogen obsessionele obsessionelere obsessioneelste
partitief obsessioneels obsessionelers -

Bijvoeglijk naamwoord

obsessioneel

  1. op een dwangmatige manier ergens mee bezig zijn
    • Gedurende zijn ballingschap in Wales, tijdens de Eerste Wereldoorlog, maakte George Minne (1866-1941) maar liefst 400 tekeningen waarin hij het moeder-en-kindthema bijna obsessioneel opvoerde. [1] 
    • Slaat de keizer vrijwillig op de vlucht of heeft de legertop hem tot aftreden gedwongen om erger te voorkomen? Deze vragen zullen Wilhelm II de rest van zijn leven tot op het obsessionele bezighouden. Verongelijkt geeft hij tegen beter weten in iedereen de schuld van de nederlaag, behalve zichzelf. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad Philip Willaert 05-03-2002 Grote kunst uit ”brave little Belgium”
  2. NRC Kees 't Hart 13 november 2015 Hondstrouw tot het eind
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be