nordiske
Deens
Woordafbreking
- nor·dis·ke
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van nordisk
nordiske, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van nordisk
Noors
Woordafbreking
- nor·dis·ke
Naar frequentie | > 50000 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van nordisk
nordiske, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van nordisk
Nynorsk
Woordafbreking
- nor·dis·ke
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van nordisk
nordiske, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van nordisk