nopt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nopt

Werkwoord

vervoeging van
noppen

nopt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van noppen
    • Jij nopt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van noppen
    • Hij nopt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van noppen
    • Nopt!