naschoolt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·schoolt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nascholen |
naschoolt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nascholen
- ... dat jij naschoolt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nascholen
- ... dat hij naschoolt.
Gangbaarheid
- Het woord naschoolt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.