nachtblinden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nachtblinden (hulp, bestand)
- IPA: /ˈnɑxtblɪndə(n)/
Woordafbreking
- nacht·blin·den
Woordherkomst en -opbouw
- [1] nachtblinde met uitgang -en
- [2] nachtblind met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de nachtblinden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord nachtblinde
- meervoud van het zelfstandig naamwoord nachtblind
Gangbaarheid
- Het woord 'nachtblinden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.