mystificeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mys·ti·fi·ceert

Werkwoord

vervoeging van
mystificeren

mystificeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mystificeren
    • Jij mystificeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mystificeren
    • Hij mystificeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van mystificeren
    • Mystificeert! 

Gangbaarheid