morgenstralen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mor·gen·stra·len
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de morgenstralenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord morgenstraal
     Heer Bommel zelf, bevond zich plotseling in zijn slaapvertrek, waar een zomerzon de eerste morgenstralen door het venster wierp....[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 juli 2022 Weblink bron
    Marten Toonder
    “Heer Bommel gaat het overdoen” (1 juni 1988) op nrc.nl op Wikipedia