moderniserte

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·der·ni·ser·te
Naar frequentie 107363

Bijvoeglijk naamwoord

moderniserte

  1. bepaald enkelvoud van modernisert

moderniserte

  1. meervoud van modernisert

Werkwoord

moderniserte

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van modernisere


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·der·ni·ser·te

Bijvoeglijk naamwoord

moderniserte

  1. bepaald enkelvoud van modernisert

moderniserte

  1. meervoud van modernisert

Werkwoord

moderniserte

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van modernisera

Werkwoord

moderniserte

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van modernisere