modereert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mo·de·reert

Werkwoord

vervoeging van
modereren

modereert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van modereren
    • Jij modereert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van modereren
    • Hij modereert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van modereren
    • Modereert!