misvielen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mis·vie·len
Werkwoord
vervoeging van |
---|
misvallen |
misvielen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van misvallen
- ...dat wij misvielen.
- ...dat jullie misvielen.
- ...dat zij misvielen.
- ...dat wij misvielen.
vervoeging van |
---|
misvallen |
misvielen
- meervoud verleden tijd van misvallen
- Wij misvielen.
- Jullie misvielen.
- Zij misvielen.
- Wij misvielen.
Gangbaarheid
- Het woord misvielen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.