mistrouwt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mis·trouwt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
mistrouwen |
mistrouwt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mistrouwen
- Jij mistrouwt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van mistrouwen
- Hij mistrouwt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van mistrouwen
- Mistrouwt!
Gangbaarheid
- Het woord mistrouwt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.