miskomt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·komt

Werkwoord

vervoeging van
miskomen

miskomt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van miskomen
    • Jij miskomt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van miskomen
    • Hij miskomt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van miskomen
    • Miskomt! 

Gangbaarheid