misgokt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·gokt

Werkwoord

vervoeging van
misgokken

misgokt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misgokken
    • ... dat jij misgokt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misgokken
    • ... dat hij misgokt.