misga

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·ga

Werkwoord

vervoeging van
misgaan

misga

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misgaan
    • ... dat ik misga. 

Werkwoord

vervoeging van
misgaan

misga

  1. (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van misgaan
    • ... dat men misga. 

Werkwoord

vervoeging van
misgaan

misga

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misgaan
    • Ik misga. 
  2. gebiedende wijs van misgaan
    • Misga! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misgaan
    • Misga je? 
Verwante begrippen