misga
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mis·ga
Werkwoord
vervoeging van |
---|
misgaan |
misga
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misgaan
- ... dat ik misga.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
misgaan |
misga
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van misgaan
- ... dat men misga.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
misgaan |
misga
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misgaan
- Ik misga.
- gebiedende wijs van misgaan
- Misga!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van misgaan
- Misga je?
Verwante begrippen
- [1] ga mis