midden- en kleinbedrijven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·den- en klein·be·drij·ven
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de midden- en kleinbedrijvenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord midden- en kleinbedrijf
     In 2016 waren ruim 4,2 miljoen mensen werkzaam voor midden- en kleinbedrijven.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 maart 2021 Weblink bron “Nederlands MKB blijft groeien: hogere omzet en meer banen” (17 november 2017) op rijksoverheid.nl