midden- en kleinbedrijven
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: midden- en kleinbedrijven (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɪdə(n) ɛŋˈklɛimbəˌdrɛivə(n) / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- mid·den- en klein·be·drij·ven
Woordherkomst en -opbouw
- midden- en kleinbedrijf met uitgang -en, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt
Zelfstandig naamwoord
de midden- en kleinbedrijven mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord midden- en kleinbedrijf
- ▸ In 2016 waren ruim 4,2 miljoen mensen werkzaam voor midden- en kleinbedrijven.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'midden- en kleinbedrijven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Nederlands MKB blijft groeien: hogere omzet en meer banen” (17 november 2017) op rijksoverheid.nl