memoriseert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: memoriseert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- me·mo·ri·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
memoriseren |
memoriseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van memoriseren
- Jij memoriseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van memoriseren
- Hij memoriseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van memoriseren
- Memoriseert!