meestijgt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mee·stijgt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meestijgen |
meestijgt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meestijgen
- ... dat jij meestijgt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meestijgen
- ... dat hij meestijgt.
Gangbaarheid
- Het woord meestijgt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.