medestudenten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·de·stu·den·ten

Zelfstandig naamwoord

de medestudentenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord medestudent
     De meeste medestudenten aan de Handelshogeschool hadden het waarschijnlijk allemaal als een grap gezien, of als een sport met de bedoeling de studielening te verdubbelen die alle studenten van het land cadeau kregen van de sociaaldemocratische staat, ook wie het totaal niet nodig had.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149