medeleefden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·de·leef·den

Werkwoord

vervoeging van
medeleven

medeleefden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van medeleven
    • ...dat wij medeleefden. 
    • ...dat jullie medeleefden. 
    • ...dat zij medeleefden.