maskerte
Noors
Woordafbreking
- mas·ker·te
Naar frequentie | 17925 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van maskert
maskerte, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van maskert
Werkwoord
maskerte
- verleden tijd van maskert
Nynorsk
Woordafbreking
- mas·ker·te
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van maskert
maskerte, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van maskert
Werkwoord
maskerte
- verleden tijd van maskert