marokijnen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·ro·kij·nen
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen marokijnen

Bijvoeglijk naamwoord

marokijnen

  1. gemaakt van marokijn, een fijn soort geitenleer uit Marokko
    • Deze luxe-editie is gebonden in vier marokijnen banden en verguld op de snede. 

Gangbaarheid