manipuleerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·ni·pu·leer·den

Werkwoord

vervoeging van
manipuleren

manipuleerden

  1. meervoud verleden tijd van manipuleren
    • Wij manipuleerden. 
    • Jullie manipuleerden. 
    • Zij manipuleerden.