manipuleerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·ni·pu·leer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
manipuleren |
manipuleerde
- enkelvoud verleden tijd van manipuleren
- Ik manipuleerde.
- Jij manipuleerde.
- Hij, zij, het manipuleerde.
- Ik manipuleerde.
vervoeging van |
---|
manipuleren |
manipuleerde