mangelfullt

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • man·gel·fullt
Naar frequentie 106568

Bijvoeglijk naamwoord

mangelfullt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van mangelfull


Nynorsk

Woordafbreking
  • man·gel·fullt

Bijvoeglijk naamwoord

mangelfullt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van mangelfull