majemde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·jem·de
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
majemen |
majemde
- enkelvoud verleden tijd van majemen
- Ik majemde.
- Jij majemde.
- Hij, zij, het majemde.
- Ik majemde.
vervoeging van |
---|
majemen |
majemde