maïzenapodding
Nederlands
Woordafbreking
- maï·ze·na·pod·ding, ma·ize·na·pod·ding
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
maïzenapodding
- verouderde spelling of vorm van maïzenapudding tot 1955
Synoniemen
- maizenapudding (andere uitspraak)[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'maïzenapodding' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.