lulo's

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lu·lo's
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de lulo'smv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lulo
     Bij het huis beneden, niet ver van de stortkuil, waar je nog ratten kon zien scharrelen, joekels zo groot als opossums, werden lulo's geplant (Solanum quitoense, uit de nachtschadefamilie), waarvan de behaarde bladeren, met stekels op de dikke, paarse nerven, op grote vampiervleugels leken.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 april 2022 Weblink bron
    Tomas Gonzalez (vert. Jos den Bekker)
    “Duivelspaardjes” (2017), Atlas Contact, Amsterdam, ISBN 9789025448400, hfst. 71