lotusschoentje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lo·tus·schoen·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het lotusschoentjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lotusschoen
     Vanuit het donker lopen we in de benedenzaal van het MUHKA tegen levensgrote iconen op video aan: een Indiaan met een enorme lipschijf, een gigantische pump, een miniscuul Chinees lotusschoentje etc.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 15 augustus 2022 Weblink bron
    José Teunissen
    “Antwerpen mode 2001” (26 mei 2001) op trouw.nl op Wikipedia