loopbriefjes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: loopbriefjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlobrifjəs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- loop·brief·jes
Woordherkomst en -opbouw
- loopbriefje met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de loopbriefjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord loopbrief
- ▸ Dezen bekennen dan ook schuld en beloven voortaan allen, die om loopbriefjes mochten verzoeken, naar de hoofdlieden van het manufacturiers- en kramersgilde te zullen verwijzen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'loopbriefjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Wiersum, E.“Uit het Rotterdamsche gildewezen” (1928), Rotterdamsche Middenstandsvereeniging "Handel en Nijverheid", Rotterdam, p. 101