loofde
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- loof·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
loven |
loofde
- enkelvoud verleden tijd van loven
- Ik loofde.
- Jij loofde.
- Hij, zij, het loofde.
- Ik loofde.