limbi
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lim·bi
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
de limbi mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord limbus
Synoniemen
Latijn
Uitspraak
- IPA: /ˈlɪmbi/
Woordafbreking
- lim·bi
Zelfstandig naamwoord
limbī limbī
- nominatief mannelijk meervoud van limbus
- genitief mannelijk enkelvoud van limbus
- vocatief mannelijk meervoud van limbus
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woorden in het Latijn
- Woorden in het Latijn met IPA-weergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Latijn