liederspelen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lie·der·spe·len
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de liederspelenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord liederspel
      Hij schreef nu nog twee andere liederspelen , om daarin de duitsche volksgezangen te brengen; maar deze voldeden minder.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 9 november 2021 Weblink bron Reichardt, (Johann Fridrich) in:
    Pieter Gerardus Witsen Geysbeek
    Algemeen noodwendig woordenboek der zamenleving, behelzende beknopt en zakelijk al het wetenswaardige uit de geschiedenis en ieder vak van menschelijke kennis, de juiste beteekenis der kunstbenamingen in alle wetenschappen, beroepen en handwerken; opgave der uitvindingen en ontdekkingen, plaatselijke en historische bijzonderheden, zeden, gewoonten en gebruiken van alle volken der aarde, vermaarde mannen en vrouwen uit alle natiën, gewigtige gebeurtenissen van alle tijden, met naauwkeurige aanwijzing waar en wanneer dezelve zijn voorgevallen, deel 3, P-Sce. (1847), Gebroeders Diederichs, Amsterdam, p. 2267 kol. 2