Naar inhoud springen

licenseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • li·cen·seert

Werkwoord

vervoeging van
licenseren

licenseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van licenseren
    • Jij licenseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van licenseren
    • Hij licenseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van licenseren
    • Licenseert! 

Gangbaarheid