lekkerbekt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lekkerbekt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- lek·ker·bekt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
lekkerbekken |
lekkerbekt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lekkerbekken
- Jij lekkerbekt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lekkerbekken
- Hij lekkerbekt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van lekkerbekken
- Lekkerbekt!