leidenders
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: leidenders (hulp, bestand)
- IPA: /ˈlɛidəndərs/
Woordafbreking
- lei·den·ders
Woordherkomst en -opbouw
- leidender met de uitgang -s
Bijvoeglijk naamwoord
leidenders
- partitief van de vergrotende trap van leidend