leidde voor
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: leidde voor (hulp, bestand)
Woordafbreking
- leid·de voor
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorleiden |
leidde voor
- enkelvoud verleden tijd van voorleiden
- Ik leidde voor.
- Jij leidde voor.
- Hij, zij, het leidde voor.
- Ik leidde voor.