lege
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lege (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈleːχə/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈleːɣə/
Woordafbreking
- le·ge
Bijvoeglijk naamwoord
lege
- verbogen vorm van de stellende trap van leeg
Limburgs
Uitspraak
- IPA: /ˈleːɣɐ/ (Etsbergs)
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lege |
loog |
gelaoge |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
lege
Nynorsk
Woordafbreking
- le·ge
Werkwoord
lege
- voltooid deelwoord van ligga
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- lege med
- lege over
Werkwoord
lege
- voltooid deelwoord van ligge
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- lege med
- lege over
Werkwoord
lege
- voltooid deelwoord van liggja
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- lege med
- lege over
Werkwoord
lege
- voltooid deelwoord van liggje
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- lege med
- lege over
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woorden in het Limburgs
- Woorden in het Limburgs met IPA-weergave
- Sterk werkwoord klasse 2 in het Limburgs
- Werkwoord in het Limburgs
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 4
- Werkwoordsvorm in het Nynorsk