legateerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: legateerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- le·ga·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
legateren |
legateerden
- meervoud verleden tijd van legateren
- Wij legateerden.
- Jullie legateerden.
- Zij legateerden.
- Wij legateerden.